Zijn we bekwaam om naar de sterren te reizen?
De Aarde is ‘the place to be’. De ruimte is zo onmetelijk groot dat de moed je in de schoenen zakt om ooit ergens anders naartoe te gaan. Met mensen komen we niet verder dan de Maan, terwijl de dichtstbijzijnde ster (niet de Zon dus) 100 miljoen maal verder weg staat. Deze dichtstbijzijnde ster staat op 4+ lichtjaar afstand. Met satellieten komen niet verder dan in en net om het zonnestelsel. En je hebt 3800 zonnestelsels naast elkaar nodig om bij die dichtstbijzijnde ster te komen. En waar zouden we dan naar toe willen? We kunnen elders nergens mensvriendelijke omstandigheden vinden. De planeet Mars is de beste optie, maar deze is nog steeds 600 keer verder weg dan de Maan. De leefomstandigheden zijn redelijk te noemen.
Hoe groter hoe beter
Wil je dus naar b.v. Mars, dan is het goed om veel kubieke meters in je raket te hebben. Dan kun je meer apparatuur meenemen om je snel aan te passen aan de omstandigheden. Denk daarbij aan machines die brandstof kunnen maken voor de terugreis en andere machines die de grondstoffen voor het bouwen van de muren van woonruimtes kunnen maken. Een mars karretje is ook fijn. En wat dacht je van eten en drinken, medicijnen en reservedelen voor het geval dat er iets kapot gaat. En zo kun je nog tientallen onderwerpen noemen die van node zijn. Met één grote raket bereik je sneller een goed leefklimaat op Mars voor de mens dan met vele raketten. Het lanceren van een grote raket is ook goedkoper dan het lanceren van diverse kleine raketten, zolang de raket maar betrouwbaar is.
De mens kan niet naar de sterren reizen. De reistijd met de huidige technologische middelen zou 80.000+ jaar zijn. In de verre toekomst zouden we in staat zijn om raketten te bouwen waarbij de voortstuwing via het samensmelten van materie en antimaterie plaats vindt. Het levert veel meer energie op dan een atoombom… Laten dus hopen dat de mens nooit deze energiebron gaat toepassen.
Hoe kleiner hoe beter
De NASA komt nu met een paradigma verschuivend ander idee om naar de dichtstbijzijnde ster Alfa Centauri te gaan. Stap af van het idee om brandstof aan de achterkant van de raket eruit te gooien, waardoor de raket juist de andere kant op gaat. Voor interstellaire reizen heb je een nucleaire raket nodig, die tientallen jaren voortstuwing op deze wijze mogelijk maakt. Nucleaire raketbrandstof is binnen tien jaar heus wel mogelijk. Daar is de NASA volop en succesvol mee bezig.
Maak van de raket een lichtgewicht van slechts enkele grammen, niet tonnen, en gebruik een gigantische laserstraalmachine vanaf de Aarde om dat ‘satellietje’ naar de dichtstbijzijnde ster te sturen.
Zwerm
Stuur tegelijkertijd miljoenen satellietjes naar die ster, waarbij elk satellietje een klein zeil heeft om de laserstraal op te vangen. Elk satellietje kan een ander onderzoeksdoel hebben. Het is nog onduidelijk hoe je zo’n zwerm gedurende de reis bij elkaar houdt. Dat lukt als de diameter van de zwerm maar niet groter is dan 1 km2. De reistijd van de signalen uit die zwerm die terug naar de Aarde gaan wordt steeds groter en dat geldt ook voor de laserstraal naar die zwerm toe. Ofwel de zwerm moet zelfstandig kunnen navigeren.
Er kunnen geen mensen mee, maar mogelijk wel microben. De reistijd wordt dan 20 tot 40 jaar. Dat is uitvoerbaar. Om de dichtstbijzijnde ster draait de aardachtige exoplaneet Proxima Centauri. Met alle hobbels die nog genomen moeten worden is de aankomststijd bij deze exoplaneet ongeveer in het jaar 2075. De kosten anno 2024 zijn ingeschat op 100 miljard Euro. Het bouwen van de lasermachine zal het kostbaarst zijn. Als het zover komt, dan is de NASA vooral de sponsor die het budget geeft aan bedrijven die hiervoor expertise in huis hebben.
Welk nut dient dit?
Die zwerm aan robots kunnen foto’s maken van de aardachtige exoplaneet Proxima Centauri en de dampkring bestuderen. Ook kunnen ze meten wat er onderweg gebeurt. Ze kunnen ook de microben op deze exoplaneet laten neerdwarrelen.