Heeft God in de wetenschap een plaats?
Wetenschap wordt veelal als een andere zienswijze gezien op de sturende werkelijkheid als het geloof dat doet. Heeft dit dan niets met elkaar te maken? Zijn dit twee zienswijzen op de werkelijkheid die geen raakvlak kennen?
In het boek Het ontstaan van de tijd (Thomas Hertog) wordt verwezen naar Georges Lemaître (1894 – 1966), die hier ook stellig in was: Beschouw het onafhankelijk van elkaar. Lemaître zou het kunnen weten want hij was enerzijds een Belgische katholieke priester, en anderzijds een vooraanstaand wetenschapper op het gebied van de kosmologie. Het was een bijzonder mens. Hij had kennis en ervaring in beiden.
Heel veel mensen waren en zijn het met hem eens. Geloof en wetenschap zijn twee aparte zienswijzen op die sturende werkelijkheid die niets met elkaar te maken hebben. Maar zeg zou zelf: Wat kun jij nu inhoudelijk uitleggen over dit onderwerp? Blijft het niet bij een ‘oneliner’? Kun je aantonen dat er geen verband is? Vlucht je maar snel naar een ander onderwerp om maar weer naar de orde van de dag over te stappen om een conflict met iemand anders te vermijden? Waardoor leidt dit eigenlijk al snel tot een conflict? Ja, het is best een ongemakkelijk onderwerp, die zoveel consequenties kan hebben. Stel je voor dat de wetenschap in staat zou zijn om een sturende werkelijkheid aan te tonen wat plaats vindt buiten de welbekende natuurwetten om.
De menselijke zienswijze
In de wetenschap is sprake van een zienswijze van de mens en niet van een sturende werkelijkheid buiten de mens om. De wetenschap kent geen sturing buiten de mens om. Binnen de wetenschap gebeuren dingen gewoon in de natuur op basis van door mensen bedachte natuurwetten. De mens regelt de begin/startcondities en dan is het proces in de natuur voorspelbaar. Soms ontstaat dit ook spontaan, zonder reden. De weersverwachting is daar een mooi voorbeeld van. Het weer is zo grootschalig en chaotisch dat we alleen met kansberekening weten wat het weer in de lage landen gaat worden.
De buitenmenselijke sturende werkelijkheid
Aan de andere kant is dan die sturende werkelijkheid. Waar kan dat dan uit bestaan:?
Dat kan een ‘persoon’ (of ‘personen’) zijn want zo wordt dat nu eenmaal beschreven in de Tenach (Jodendom), Bijbel (Christendom), Koran (Moslims) of de Veda (Hindoeïsme).
Dat kan ook een een meer abstract transcendente entiteit (of entiteiten) zijn.
Dat kan nog algemener het ‘alles’ zijn wat in de natuur aanwezig is, die leidt tot de evolutie van de natuur.
De zintuigelijke zienswijze
George Lemaître doelde erop dat wetenschap een menselijk rationeel proces is waar een zienswijze alleen bestaat als het een voor mensen toetsbare / meetbare hypothese kent. Dit is een zienswijze en geen sturende werkelijkheid, want er is geen ervaring dat er iets sturends aanwezig is in de natuur die we kennen. De werkelijkheid bestaat uit door mensen bedachte natuurwetten, die zeker voorspellende kracht hebben, maar die ten diepste niet doorgrond worden als het gaat om het waarom of waardoor.
De wetenschap boven ons hoofd kent diverse onderwerpen die niet passen bij deze zintuigelijke zienswijze. Denk daarbij maar aan:
Waarom en waardoor is het universum op een bepaald moment ontstaan? In het boek Het ontstaan van de tijd (Thomas Hertog) staat dat de natuurwetten er in het begin nog niet waren. Ook was de ruimte-tijd bij aanvang van het heelal zo gekromd dat de tijd stil staat bij het begin. Is dit wetenschap of is het omzeilend gedrag? Het is wel filosofie. Dat mag gezegd worden.
Hoe is vanuit dat begin alle structuur in het heelal ontstaan?
- Het is ongemakkelijk als het heelal structuurloos is begonnen, want waar komt die structuur van sterrenstelsels daarna dan vandaan?
- Het is even ongemakkelijk dat het heelal wel met structuur is begonnen, want dan vraag jij je af waar die structuur vandaan komt.
Wetenschap heeft ontdekt dat als een experiment een extreem klein aantal mogelijke uitkomsten heeft, dat je er niet aan ontkomt dat het bewustzijn een onderdeel is van deze experimentele uitkomst. Als je hetzelfde experiment diverse malen doet, is de experimentele uitkomst niet steeds hetzelfde. De wetenschapper is niet in staat om objectief te meten.
Quantumverstrengeling: Fotonen kunnen ogenblikkelijk op elkaar reageren terwijl de onderlinge afstand zeer groot is.
Een ander voorbeeld is het multiversum om uitlegging te geven aan de finetuning in het heelal waar het heelal vol mee zit. Als dat er niet was, dan was jij er niet geweest. Sommige kosmologen postuleren dat er een multiversum was (en is). In dit veel-heelallen model is er vast wel eentje die wel werkt en dat is nu precies ons heelal. Dit is een soort meerdimensionaal idee waarin er voor ons heelal al gestuurd werd op basis van natuurwetten die wij kennen. Een andere oplossing die in dit boek vermeld wordt is het ‘worms’ principe:
- Jij bent nu eenmaal hier en gaat terug kijken naar het verleden, want dat kan met een telescoop.
- Jij mag niet nadenken over een ‘Godsperspectief’ die van buiten het heelal er een visie op had / heeft.
En wat dacht je van de ‘ontdekte’ donkere materie en donkere energie in het heelal?
De niet zintuigelijk sturende werkelijkheid
De mensen die waarde hechten aan niet-zintuigelijke zienswijzen ervaren een sturende werkelijkheid, maar kunnen dat niet zintuigelijk aantonen. Het zijn ontoetsbare spirituele / transcendente ervaringen die een individu persoonlijk heeft.
Deze ervaringen worden vaak, maar niet altijd, ondersteund door goddelijke openbaringen in boekvorm die op eigen wijze zin geeft aan de relatie tussen God of de goden en de mens. Dit beschrijft ook hoe deze sturende werkelijkheid zichzelf op een bovennatuurlijke manier aan ons kenbaar maakt, en hoe het contact onderhouden kan worden. Het kan ook zijn dat voor deze persoonlijke ervaring er geen boekvorm nodig is (‘alles’ is in de natuur zelf).
De genoemde voorbeelden die knagen aan ‘wetenschap pur san’ zijn niet zintuigelijke ervaringen die thuis horen bij de pseudo-wetenschap. Er is geen toetsbare hypothese. Het zijn op dit moment transcendente ervaringen. Je meet iets bijzonders in het heelal, en je legt dat theoretisch uit met iets wat fysiek buiten het menselijke denkvermogen aanwezig moet zijn.
Pseudo-wetenschap
In die boeken wordt ook beschreven hoe de kosmos, de Zon en de sterren en de mens ontstonden. Dit deel kun je zien als dichterlijke en lyrische taal van vroeger. Het kan net zo goed een aanknopingspunt en inspiratiebron zijn om een verband te vinden tussen de wetenschappelijke zienswijze die dan pseudo-wetenschap (ook wel metafysica) wordt genoemd, en een niet-zintuigelijke sturende werkelijkheid. Dat lijkt op elkaar maar is niet hetzelfde. Wetenschap gaat ervan uit dat de pseudo-wetenschap in de toekomst een gewone wetenschappelijke zienswijze gaat worden. Het wordt zintuigelijk ooit, en is dan fysiek aanwezig en in natuurwetten te vatten.
Meerdimensionaal
Er bestaat pseudo-wetenschap in de vorm van een sturende werkelijkheid waar de wetenschap mee kan leven, maar de mensen die waarde hechten aan transcedentie kunnen dat ook.
Wij leven en ervaren de wereld en het heelal (volgens Einstein) in vier dimensies (4D), maar het kan goed zijn dat dit 5D is (of zoveel te meer). Dit noem je dan de wetenschappelijke hypothese. Die extra dimensie kan de wetenschap niet meten, maar het is vrij eenvoudig om deze in de bekende natuurwetten te stoppen. De wiskunde kan prima omgaan met meer dan de vier dimensies (4D). Als je wilt rekenen met b.v. 48 dimensies (48D) dan is dat wiskundig geen enkel probleem. Natuurkundig is dat wel een probleem, want je kunt het niet toepassen. Maar goed met dit idee kun je prima iets niet-zintuigelijks toch zintuigelijk maken.
Op dit moment valt deze hypothese onder de pseudo-wetenschap: Er is een hypothese maar je kunt het niet zintuigelijk waarnemen want we kunnen niet meten buiten onze beperkte 4D wereld om. Maar we kunnen wel de gevolgen / effecten meten in die 4D wereld waarin we wonen. Belangrijk daarbij is dat we ons daarvoor open stellen. Het kan zijn dat een niet uit te leggen waarneming het gevolg is van een sturende werkelijkheid in 5D. In die ene extra dimensie kan van alles gebeuren wat wij niet weten en ook niet fysiek kunnen waarnemen. Als die ene dimensie interfereert met onze dimensies (4D) dan kunnen we het toch meten. Bekijk eens de video van Dr. Quantum. Daar probeert iemand die gewoon bestaat in 3D contact te zoeken met iemand die in 2D leeft.
Dit is de route om een ogenschijnlijk transcendente / niet-zintuigelijke ervaring toch zintuigelijk te maken. Het legt de durf en de verantwoording bij de wetenschap om experimenten te bedenken, en uit te leggen, met meer dan vier dimensies. Sommige wetenschappers doen dat ook. Dat hoort dan vooralsnog wel bij de metafysica. Als dat lukt, dan kan ontdekt worden dat iets nu niet-zintuigelijks, toch zintuigelijk zou kunnen zijn. Ultiem kan de wetenschappelijke kennis hiermee groeien door ervaringen die nu als pseudo-wetenschappelijk of spiritueel worden gezien, gewoon wetenschappelijk uit te leggen m.b.v. de hypothese van de 5D, of 6D, of hoe ingewikkeld wil je het maken?
Dit maakt de transcendente zegen van St. Patrick (Ierse monnik uit de 7e eeuw) als iets wetenschappelijks uitlegbaar.