De oerwolk van het zonnestelsel

IRAS 16293–2422 is de codenaam voor een dubbelstersysteem die zichtbaar is in het sterrenbeeld Ophiuchus. Je kunt dit sterrenbeeld zien in de zomermaanden. In dit geval draait niet een planeet om een ster, maar beide sterren om elkaar. Deze sterren zijn destijds in infrarood licht waargenomen door de IRAS satelliet.

Als de zonneschijf vroeger

Beide sterren draaien op 700 A.E. om elkaar. Bijzonder daarbij is dat ze allebei protosterren (= ‘babysterren’) zijn waarvan de massa niet veel verschilt met die van de Zon. Ze zijn zoals de Zon met de planetenwolk daaromheen vroeger. Ze staan alleen veel verder weg (460 lichtjaar). IRAS 16293–2422 geeft ons een beeld om ons begrip van de fysisch-chemische omstandigheden waaronder de Zon en zijn planeten zijn ontstaan te verbeteren.

Planeten in tegengestelde richting

Bijzonder is dat de accretieschijf twee kanten op draait. Dat kan als het om een dubbelster gaat waarvan beide componenten vlak bij elkaar staan. In ons zonnestelsel bewegen alle planeten in dezelfde richting om de Zon, maar dat is dus niet echt nodig.

3- hydroxypropenal

In het infraroodspectrum dat de IRAS van het interstellaire medium om deze protosterren genomen heeft, is nu voor het eerst 3-hydroxypropenal gevonden, ook al is het niet veel. Het is rond de 0.01% van de methanol die daar ook gevonden is.

Glycolaldehyde

IRAS vond hier ook Glycolaldehyde (ook wel 2-Hydroxyacetaldehyde of 2-Hydroxyethanal genoemd). Dit is een eenvoudige vorm van suiker is. Ook dat was de eerste keer dat dit gevonden werd in de gas en stofschijf om een ster die op de Zon lijkt. De afstand van deze ontdekking zit in vergelijk met die van het zonnestelsel ergens tussen de protoster en die van Uranus. Glycolaldehyde komt voor in onze biosfeer, maar ook in het interstellair medium. Het heeft geen langdurig bestaan, want het heeft een hoog reactief vermogen.

Glycolaldehyde is ook gevonden in een gas en stof stervormingsgebied in de buurt van het centrum van de Melkweg.

In een laboratorium is de wetenschap in staat om organische verbindingen te maken door UV-straling te laten vallen op methanolijs dat koolmonoxide bevat. Die organische verbindingen zijn dan glycolaldehyde en methylformiaat. Daar is een temperatuur van 30 graden boven het absolute nulpunt nodig.

In een laboratorium is de wetenschap in staat om Glycolaldehyde om te vormen tot een aminozuur. dat is de volgende stap om tot de basiselementen te komen voor het leven. De volgende stap zouden de nucleotiden zijn waar RNA en DNA en de genen daarvan uit bestaan.

Chloormethaan

Ook is er methylchloride (ook wel Freon-40) gevonden tussen en om beide protosterren. Methylchloride is trouwens ook gevonden in de dunne atmosfeer om de komeetkern 67P/Churyumov-Gerasimenko (67P/C-G) die de Rosetta satelliet bestudeerd heeft. Dit toont aan dat methylchloride kan ontstaan in een abiogenese situatie. Er is geen leven nodig om dit te laten ontstaan. Ofwel methylchloride heeft niet beslist een levend mechanisme als bron. Koolstof (C), Zuurstof (O) en Chloor (Cl) waren er al.

Robert de Jong